Zwier de zwerver | ||||||||
Albert breekt uit >> |
Aanvankelijk zijn het vooral korte verhalen van 8 platen. In 1963 neemt Tabary het schrijfwerk van Goscinny over. In Pilote loopt de serie tot 1967 en wordt nieuw leven ingeblazen in 1973 als pas het eerste album verschijnt. Zwier is een zorgeloze figuur, met een bolhoedje op en vaak ook met bloemetje in zijn mondhoek. Het gebrek aan succes van de strip is misschien verklaren vanuit het succes van Iznogoedh: daar is de doortrapte maar niet bijster slimme grootvizier de held. Zwier is te sympathiek voor een stripheld en wordt niet permanent terzijde gestaan door een slechte of domme figurant. Bovendien zijn de avonturen nogal dun,
alleen het laatste PEP-verhaal Aasgieren
en andere vreemde vogels
is daarop een uitzondering. Opmerkelijk bij Zwier is wel de Tabary-stijl, een beetje
los en streperig maar zeer herkenbaar.
De eerste vier verhalen verschijnen
in de periode 1965-1967, het laatste in 1974-1975. Alleen het eerste en het laatste
avontuur zijn lange verhalen. De
Automobiel is een los verhaal. |
|
||||||
|
||||||||