 |
1 [L] 9
[V]
|
[66-22] > [74-46]
|
De piraten van Lokanga
>>
|
Bernhard Prince komt eigenlijk maar
één keer voor in PEP. Namelijk in [66-22] met een kort verhaal getiteld
Routinezaak. Ruim drie jaar later staat er een nieuwe
strip in PEP met als hoofdfiguur ene Rob Palland die als twee druppels water
lijkt op Bernhard Prince en hem ook gewoon is.
In dat verhaal, De piraten van Lokanga ontmoet Prince/Palland zijn later onafscheidelijke
maat Barney Jordan (die later apart als stripheld zou optreden - in Pepparade zijn
twee van deze verhalen opgenomen). De reden voor deze duistere naamswijziging wordt
de lezer niet duidelijk gemaakt, alhoewel verwarring met die andere playboy Prins
Bernhard een mogelijkheid is; in het stripblad Wham! treedt Prince later op
onder de naam Andy Morgan. Niet allleen de titelheld krijgt een andere naam, ook
de teksten en inkleuring van PEP-verhalen en albums is verschillend. De titels van
de langere vervolgverhalen zijn (tussen haakjes: publicatie in Pep/Kuifje):
- De piraten van
Lokanga (1969/1967)
- Generaal Satan (1969/1967)
- Brand in de oase (1969)
- De hel van Suong-Bay (1970-71/1968)
- Avontuur in Manhattan (1971/1968-69)
- De wet van de
orkaan (1972/1969-70)
- Verschroeide
Aarde (1973/1971)
- Koffie en smaragden (1973-74/1971-72)
- Guerilla voor
een spook (1974/1973)
De vervolgverhalen in PEP komen overeen met de
langere verhalen die in Kuifje worden geplaatst (alleen het verhaal Storm
over Coronado ontbreekt) nadat tekenaar Hermann
en scenarist Greg Prince eerst op laten treden in een
aantal korte verhalen. Die korte episodes zijn later als 14e en laatste album van
de twee originele auteurs geschenen, het 80 pagina's dikke Gisteren en vandaag.
Daarin dus ook Routinezaak dat het 2e korte verhaal van Prince is en
voor het eerst in Kuifje 1966, nr. 3 wordt gepubliceerd.
De eerste twee verhalen beslaan 22 pagina's en zijn in het eerste album Generaal Satan gebundeld (zie rechts). De andere verhalen
beslaan 44 platen (Manhattan: 37). In 1977 nemen Greg & Dany Henrotin en in 1992 Greg & Edouard Aidans (Toenga) de strip over. Totaal zijn er 18 Prince-albums.
In eerste instantie is Prince agent bij interpol, maar na bezwaren van Tibet (Rik Ringers) verlegt hij zijn arbeid naar zeevarend avonturier.
De zeeman Prince/Palland beleeft met Djinn en Barney (en nog later met de kleine
beer Dotje Poetskatoen) zijn avonturen rond het zeiljacht Cormoran, dat hij door
een erfenis verkrijgt; al het geld zit in het jacht waardoor Prince moet werken voor
zijn bestaan, hetgeen hem in allerlei spectaculaire avonturen doet belanden. De verhalen
hebben een rechtlijnige verhaalstructuur in een exotische setting en eindigen veelal
in een geweldadige eindscene.
Het meest opvallende van de strip zijn de tekeningen van Hermann
(Huppen). Hij is met Vance (XIII) en Giraud (Blueberry) een vertegenwoordiger van de nieuwe realistische
stijl die vooral in Kuifje en Pilote aan bod komt. Het gevolg is een rauwe
en soms geweldadige strip die in toenemende mate gevuld wordt met anti-helden en
mislukkelingen. Overigens is Prince daarvan nog geen echt voorbeeld omdat hij een
echte een-dimensionale held is, een blanke pit in een nog blankere bolster. Maar
bij de avonturen van Comanche is dit al veel duidelijker. De avonturen van Bernard
Prince zijn de eerste schreden op het strippad van Hermann
die later Jugurtha, Comanche (ook met Greg) en Jérémiah maakt.
|

Hermann (Hermann Huppen, 1938) begint in 1965 bij
Robbeboes. In 1966 maakt hij met Greg Bernard Prince voor Kuifje. Ook
tekent hij Jugurtha. In 1969, ontstaat Comanche (10 albums met Greg) en in
1977 Jérémiah (18 delen). Thans maakt hij vooral losse verhalen: Lugubere
verhalen (1988), Missié Vandisandi (1991), Le secret des hommes
chiens, Sarajevo-Tango (1995) en Caatinga (1997). Greg is o.a. de man achter tientallen strips waaronder Bolivar, Luc Orient
(met Paape), Porkie, Bruno Brazil (met Vance), Olivier Blunder
en Roze Bottel (met Dany). In 1958 gaat hij naar Kuifje, van 1966 tot 1974 is
hij daar hoofdredacteur.
|
|
|