|
In 1970 wordt PEP vernieuwd, een ander logo
(drie P's waarvan de middelste een kwart slag gedraaid), een hogere prijs (van 35ct
naar 50ct voor abonnees, 60ct in de losse verkoop) maar wel meer pagina's: de omvang
gaat van 32 naar 48, maximaal 30 daarvan zijn met strips gevuld. En PEP wordt Nederlandser:
13 van de 30 strips zijn nu van eigen bodem, de grootste groep.
Het blad krijgt een inhoudsopgave en een colofon zodat we weten wie er in de redactie
zitten. Bij sommige strips wordt aangegeven wie de vertaling en de inkleuring doet.
Elke week is er ook een puzzelpagina (Jan Meulendijks) met een stripfiguur in de
hoofdrol. In 1970 begint de eindeloze serie "De Geschiedenis van de humoristische
film" van Huub Schoondergang die telkens 2 kostbare pagina's in beslag neemt.
In het eerste nummer meteen drie nieuwe strips: de nieuwe Nederlandse strip Ambrosius,
Matho Tonga van Hans G. Kresse en Cocco Bill, de eerste Italiaanse
strip in PEP. Later dit jaar volgen nog Rosie Geur & Manus Gein van Carl
Hollander, de klassieker Prins Valiant (Hal Foster - USA), de eerste episode
van de Indianen-strips van Hans G. Kresse, Bandonéon (Delporte
& Attanasio), Dan Teal van Johnn Bakker en Geo Staad (drs. P.) en opnieuw
een klassieker: Peanuts van Charles M. Schulz (USA).
Skbllz en Vidocq zien we voor het laatst dit jaar terwijl we tijdelijk
afscheid nemen van Agent 327 en Blook, beide keren terug in 1972.
Peppers, begonnen halverwege 1969, wordt ook dit jaar voortgezet door Henk
Albers. Een fantasieloos knip-en-plak-werkje van twee pagina's per week. Tot eind
1972 blijft deze rubriek de lezers teisteren.
Jan van Gelderen (tekst) en Carl Hollander (tekeningen) maken in 1970 vijf pagina-grote
afleveringen van Griebel, over monster-achtige wezens. Verder veel pop (interviews,
karikaturen, posters) en sport (veel aandacht voor het WK voetbal in Mexico - uithalers
van alle teams) in PEP en zelfs af en toe een interview met een jonge politicus.
Nieuw is Spotter, een gag-strip van één pagina zwart-wit over
meestal een actueel onderwerp, de kwaliteit is wisselend maar vaak wel verrassend,
het biedt bovendien een kans aan Nederlandse stripmakers. Er wordt meegewerkt door
Dick Matena, Jan Sanders (1919-2000, illustreert in 1969-1971 ook 5 tekstverhalen),
Daan Jippes, Willie Lohman, Johnn Bakker, Lo Hartog van Banda, Jan Wesseling (illustreert
bijna 40 verhalen), Carl Hollander, Henk Albers, Martin Lodewijk, Ies Spreekmeester
(1914-2000 illustrator), Fred Julsing, Julius de Goede (1944, ontwerper en typograaf),
Rens Benerink (ontwerper), en Eddy Schuylenburg (1946, werkte ook voor Donald Duck).
Lange vervolgverhalen die in 1970 beginnen:
- Agent 327: Dossier Leeuwenkuil
- Ambrosius: De Gefleste Geesten,
De Vampiers, De Heksen
- De Argonautjes: De held van
Sparta, De bruid van Icarus
- Asterix: De koperen ketel,
In Hispania, De intrigant
- Bandonéon: De held
van de pampa
- Blook: De zwelplaneet, De
Melodioten
- Blueberry: De man met de
zilveren ster, Het ijzeren paard
- Cocco Bill: Spagetti Western,
Aangeschoten, De Kale Koppen-oorlog, Wild Westside story
- Dan Teal: Het Maanvirus
- Erwin: De geweldenaar
- Iznogoedh: De leerling, Hoed
op, Wintersport
- Johnny Goodbye: De stille
ster, De Barker-bende
- Luc Oriënt: De bevroren
zombies, De meester van Terango
- Lucky Luke: De spookstad,
Western Circus, Het escorte
- Matho Tonga: Het geheim van
dr. Dorian
- Mick Tangy: Luchtpiraten,
De zwarte engelen
- Prins Valiant: De gezant
van de koning, Het beleg, Ruddah, 's konings broeder, Valstrik voor Valiant
- Ravian: Het keizerrijk der
1000 planeten
- Ridder Roodhart: De strijd
om de ronde tafel, De strijd in de Hooglanden
- Rik Ringers: Oog in oog met
de slang
- Rob Palland: Brand in de
oase, De hel van Suong-Bay
- Roodbaard: De ondergang van
de Zwarte Valk
- Vidocq: Lady Melrose
|
Pepparade nr 2. wordt in [70-19]
aangekondigd, nr. 3 in [70-38] (2,59 - 2,45 voor abonnees).
|