Losse strips 1966

   

In 1966 12 losse strips, 9 daarvan 'waar gebeurde' avonturen uit Kuifje.

Yves Duval (tekst) & Fred Funcken (tekeningen): De geschiedenis van William Phips [66-01] over een kapitein die met behulp van een duikklok een schat opduikt. Het verhaal begint in 1665. (8e uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')

L. Maezelle: Hippoliet de holenmens [66-02] een 'humoristische' strip over de pre-historie die in 1960 in Kuifje werd geplubliceerd. Maezelle tekende alleen deze strip onder zijn eigen naam, voor al zijn andere werk in Kuifje (o.a. Riesling en Pimpelaar) gebruikte hij het pseudoniem Mazel.

Mitteï (Jean Mariette): De schuchtere agent Simon Loom [66-04], een 4-pagina's verhaal van de maker van Bas, die ook meewerkte aan Rik Ringers. Het verhaal verscheen eerst in Kuifje/Tintin [60-52] als Agent Jan, de schuchtere / Le timide agent Brutus. Het scenario is van Greg (Olivier Blunder e.v.a.).

Hugo (ps. van Hugo de Reymaeker, 1937-2001) en Acar: Klus Karwei zoekt werk [66-06] ook uit de Kuifje-archieven [64-07], 4-pagina verhaal over onhandige klusser (Céleste Pion in het Frans) waarvan 17 afleveringen verschenen in Kuifje in 1964 en 1965. In PEP blijft het bij een eenmalig optreden. Hugo illustreerde veel voor Kuifje tussen 1961 en 1966 (ook onder pseudoniem Fonske), een andere serie was Professor Twist, met 5 afleveringen in 1962 en 1963. Ook deze maakte hij samen met Acar (Bob Binn, Ringo, Toenga).

Fernand Cheneval (tekeningen) & Yves Duval (tekst): De transcontinentale spoorlijn [66-07], 4 pagina's over de aanleg van de spoorlijn tussen New York en San Francisco (1862-1869). Cheneval tekent een grote hoeveelheid losse verhalen voor Kuifje/Tintin tussen 1957 en 1968, enkele daarvan verschijnen in 1965 en 1966 in PEP. Dit verhaal stamt uit 1961. (9e uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')

Yves Duval (tekst) & Fernand Cheneval (tekeningen): De ganzen van het Capitool [66-08] over de waarschuwende ganzen die in 390 v.Chr. het legioen van het Romeinse Capitool waarschuwden voor de Galliërs. "Les oies du Capitole" verschijnt in 1960 in Kuifje/Tintin. (10e uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')

Jean Torton: De laatste tocht der Cheyennen [66-14] uit Kuifje/Tintin waar het in 1965 (no. 40) verscheen. In de serie losse verhalen is dit één van de best getekende. Torton (1942, België) werkt van 1962 t/m 1972 voor de Franse en Belgische uitgaves van Tintin/Kuifje en houdt zich vooral met illustraties en losse 4-pagina's verhalen bezig. Hij specialiseerde zich in historische verhalen over Noord- en vooral Zuid-Amerika. Eind jaren tachtig tekent Torton opnieuw voor de Franse uitgave van Tintin. Het verhaal in PEP beschrijft een bloedbad onder de laatste Cheyennes in 1879. Onder het pseudoniem Jéronaton gaat hij in de jaren tachtig voor Métal Hurlant werken. (11e uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')

Fédor: William Rankin [66-15] handelt over een Amerikaanse gevechtspiloot die zijn loopbaan in de Koreaanse oorlog in 1951 begint en in 1959 een val van 13 kilometer overleeft. Het verhaal verschijnt in 1965 in de Franse Tintin. Fédor werkt van 1961 t/m 1972 voor dat tijdschrift waarvoor hij vooral de 4-pagina waargebeurde verhalen maakt. (12e uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')

Deverchin (tekst) & Sidney (tekeningen): De overwinning te Formingy [66-16]. Deverchin is een pseudoniem van Yves Duval (Howard Flynn, Ringo, Johnny Goodbye en losse strips in 1964 en 1965) dat hij gebruikt in de periode 1962-1966 en in 1975. Het verhaal speelt zich af in de tijd van de dood van Jeanne d'Arc (1431) en handelt over de uiteindelijke overwinning op de Engelsen die het eind van de 100-jarige oorlog betekende (1453). Voor Sidney (ps. van Paul Ramboux) is dit het eerste verhaal dat hij publiceert onder die naam in Kuifje/Tintin (1966-44). Onder zijn eigen naam werkt hij vanaf 1958 al voor dat blad. Hij maakt vooral historische 4-pagina verhalen, vaak op een scenario van Duval. Voor Spirou gaat hij door onder zijn eigen naam (Oncle Paul verhalen). T/m 1970 werkt hij voor Kuifje. Voor Tintin France maakt hij met Michel de Bom (Bom) vanaf 1982 "Julie, Claire, Cécile et les autres", een serie die in het Nederlandse Julie, Klaartje, Cécile" en waarvan inmiddels 20 delen zijn verschenen. (13e uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')

Yves Duval (tekst) & L. & F. Funcken (tekeningen): Tom Mix [66-23]. Het verhaal verschijnt in 1965 in Tintin/Kuifje. Tom Mix (1990-1940) was een van de eerste Amerikaanse western film-sterren die in de periode 1910-1935 meer dan 300 films maakte. (14e uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')

Yves Duval (tekst) & Jean Graton (tekeningen): Zijn mooiste Ronde van Frankrijk [66-25] Michiel Vaillant op de fiets (tijdens fictieve Tour de France) dus. Graton is uiteraard vooral bekend van Michel Vaillant. In 1951 begint Graton bij Spirou/Robbedoes 'waar gebeurde' Oom Wim (Oncle Paul) verhalen te maken. In 1953 stapt hij over naar Tintin/Kuifje. In 1957 gaat Michel Vaillant van start. Van Graton verschijnt later een apart boek met zijn wielerverhalen. (15e uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')

Sabotage van de Nacht Express van Yves Duval (tekst) & Eddy Paape (tekeningen) [66-48]. Paape is vooral bekend van Luc Orient en werkt ook mee aan Roodbaard. Dit korte verhaal over een trein-saboteur verschijnt in 1966 in Tintin/Kuifje. (16e uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')


Losse strips:
1963 (3)
1964 (4)
1965 (11)
1966 (12)
1967 (5)
1968 (2)
1972 (2)
1973 (36)
1974 (30)

<< vorige

1966 index | Home

1967 >>