|
11 Losse strips dit jaar, 10 daarvan
uit Kuifje/Tintin en één van Hans Kresse. De eerste Kuifje-verhalen
zijn afleveringen van series (Bob Binn en Jonas Distel) en een losse
gag-strip van Lagas. Daarna begint een serie van 19 waargebeurde 4-pagina verhalen
die in 1965-1967 geplaatst wordt - 7 verschijnen er in 1965. Yves Duval levert
in 13 gevallen de tekst, andere bijdragen zijn van André Beckers, Cheneval,
Fédor, J.L. Fernàn, Manuel Ferreira, L. & F. Funcken,
Jean Graton, Duchateau, Eddy Paape, Claude Henri, Paul Ramboux,
Torton, P. Step, William
Vance en Sidney.
 Bob Binn - Een gepeperde geschiedenis [65-18]. Avonturen
van de journalist Bob Binn zijn een creatie van Edouard Aidens (Toenga) en verschijnen tussen 1960
en 1967 in Kuifje. Scenario's zijn van Acar (Ringo, Toenga) of Duchateau (Rik Ringers). Dit verhaal stamt waarschijnlijk uit 1964 (Perles
à gogo) en heeft een scenario van Acar die ook meewerkt aan een
losse
strip uit 1966 (Klus Karwei).
 Jo-èl
Azara: Jonas Distel als detective [65-19]. Jonas Distel heet in het Frans
Evariste Confus en werd gepubliceerd in Kuifje in 1963 en 1964. Dit verhaal komt
uit 1964. Joseph
F. Loeckx (Azara) (1937, België) kwam via Willy Vandersteen bij Hergé
terecht, hij publiceerde eerst in Robbedoes maar werd bekend als tekenaar bij Kuifje
(vanaf 1962). Taka Takata is zijn bekendste creatie. Ook werkte hij voor Pilote.
 Lagas (pseudoniem
van Denis Pierard)
is de maker van Wat een nacht [65-36] dat oorspronkelijk in Kuifje verscheen
als "Wat 'n nacht" en in de Franstalige Tintin-uitgave als Cauchemar (nachtmerrie).
Lagas is vooral bekend geworden door de gag-strips over de berenjager Sam uit Robbedoes
die hij vanaf 1968 publiceert.
 Minamoto
- De Japanse Roland van Yves Duval (tekst) & Fernàn
(tekeningen) [65-40] verscheen in 1961 in Kuifje. Jean-Louis Fernàn werkt
vanaf 1960 tot 1965 voor Kuifje waar hij de bekende 4-pagina 'waargebeurde verhalen'
tekent (o.a. één over Vidocq), vrijwel altijd samen met Duval. Ook
werkt hij voor Spirou (Robbedoes), eerst onder het pseudoniem Psepol, vanaf 1964
onder zijn eigen naam, hij tekent vooral de Oncle Paul verhalen. (1e uit serie van
19 'waargebeurde verhalen')
 Het
Paard van Troje (tekeningen
P. Ramboux), tekst: Yves Duval
(zie Howard
Flynn). [65-41] Oorspronkelijk
in Kuifje. Duval schrijf naast zeer veel scenario's voor korte strips
ook De familie Kleester van Aidans (Toenga). Paul Ramboux tekent niet alleen
voor Kuifje maar ook voor Spirou (Robbedoes) waar hij in de periode 1961 - 1968 zo'n
60 aflevering van de Oncle Paul-serie (Oom Wim) maakt, veelal met teksten van Joly.
Dat doet hij onder zijn eigen naam en als Kovak en Malois. Daarnaast tekent hij een
vervolgverhaal over Marco Polo met Charlier. Het paard van Troje speelt in
een gevangenkamp in de Tweede Wereldoorlog. (2e uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')
 De
dolle race rond de wereld
(tekeningen Fernàn, tekst: Yves Duval
- zie Howard
Flynn) [65-42] gaat over
een autorace van New York naar Parijs in 1908. Het PEP-verhaal stamt uit 1961. (3e
uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')
 De Boogschutter (Hans
G. Kresse) [65-43] is qua
stijl een duidelijke voorloper van Vidocq die enkele nummers later zijn opwachting
zal maken. Ivan
Delporte (Bandèon,
Anna Tommy, Llewellyn Fflint) zou voor het scenario hebben getekend. Kresse
maakt ook Erwin, Zorro,
Spin
& Marty, Vidocq,
Matho Tongo, Indianen-strips,
voorplaten en illustreert losse verhalen. Dit verhaal is in 1998 samen met de twee
Spin & Marty verhalen van Kresse en De wraak van Minimic
in boekvorm uitgegeven.
 De
ijzeren weg [65-45] van Yves Duval (tekst) en L. & F. Funcken
(tekeningen) gaat over de aanleg van de eerste Belgische spoorweg. De Belgen Fred
(1921) en Liliane (1927) Funcken komen nog twee maal voor als scenaristen van een
korte strip. Zij danken hun reputatie vooral aan historische strips voor Kuifje en Robbedoes.
Zij maakten ook De Witte Ridder. (4e uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')
 De
Schat van de Maya's (tekeningen
Fernand Cheneval, tekst Yves Duval)
[65-46]. Overgenomen uit Kuifje 1961. Cheneval (België, 1918 - 1991) werkte
in de periode 1957-1968 voor Kuifje waar hij vaak met Duval samenwerkte. Tevens stond
hij aan de wieg van de Heroic Albums-reeks (van 1937 tot 1956, en vanaf 1969). In
1966 verschijnen er nog twee losse strips van hem in PEP. (5e uit serie van 19 'waargebeurde
verhalen')
 Het
waagstuk van Kapitein Romer
(tekeningen: André
Beckers, tekst Yves Duval) [65-47]. Een reis per kajak over de Atlantische
Oceaan. Beckers (België, 1927) publiceert in 1954-1967 in Kuifje, vaak samen
met Duval. In 1967 verschijnt nog een korte strip van Beckers in Pep. Hij begon zijn
loopbaan bij Spirou (Robbedoes) in 1946 (o.a. assistentie bij Buck Danny). (6e uit
serie van 19 'waargebeurde verhalen')
 André-Paul
Duchateau (tekst)
& Claude
Henri (tekeningen) maakten
Brand
op bevel [65-50], een detective-verhaal
over een zogenaamd helderzende oplichter. Duchateau is vooral bekend van Rik Ringers. Claude Henri (Claude-Henri Juillard, Frankrijk,
1915 - 1990) werkte vanaf 1948 voor Vaillant, daarna voor diverse andere tijdschriften
als Robbedoes en Kuifje. (7e uit serie van 19 'waargebeurde verhalen')
|