Kuifje    

Belgie

5 [V]

[62-01] > [73-42]




De geheimzinnige ster >>


24 Kuifjes

I. Drie 'primitieve' verhalen:
Kuifje in het land der Sovjets (1929, in 1973 officieel herdrukt), Kuifje in Afrika (1930) en Kuifje in Amerika (1931) verschijnen in Le Petit Vingtiéme.

II. De tweede serie van 6 vooroorlogse verhalen:
De sigaren van de Farao (1932) t/m Het zwarte Goud (1939). Dat avontuur wordt pas in 1948 voltooid. Ook in Le Petit Vingtiéme. Kuifje ontwikkelt zich tot een 'volwassen' stripfiguur.

III. 5 oorlogsverhalen:
De krab met de gulden scharen t/m De 7 kristallen bollen. Introductie van Haddock en Zonnebloem. Verschijnen in Le Soir. (3 verhalen in PEP)

IV. De 9 naoorlogse weekbladverhalen:
De Zonnetempel (1946) t/m De Picaro's. Het laatste verhaal uit 1976 laat 9 jaar op zich wachten. (1 verhaal in PEP) (Het Haaienmeer wordt niet als een 'echte' Kuifje beschouwd.)

V. Het onvoltooide avontuur
Kuifje en de Alfa-kunst (1986).

In 1929 begint de reporter Tintin zijn loopbaan in Le Petit Vingtième, de bijlage van het Brusselse dagblad Le XXe Sciècle dat door deze avonturen de oplage ziet verzesvoudigen op woensdag als de bijlage verschijnt.


Kuifje is een uitwerking van een eerdere Hergé-creatie: de padvinder Totor uit 1925 (nog met ondertekst). Eén vernieuwing is het gebruik van tekstballonnen, dat Hergé van de Amerikaanse strips overneemt en dat in Europa ongebruikelijk is. Hergé is overigens niet de eerste, die eer komt de Fransman Alain Saint-Ogan toe die vanaf 1925 tekstballonnen gebruikt in Zig et Puce (Nederlands: Kees en Klaas). In de oorlog komt de strip in Le Soir en in 1946 duikt Kuifje met zijn trouwe metgezel Bobby (Milou) op in zijn eigen weekblad Tintin.

Kuifje staat vanaf het begin in PEP. In de eerste vier jaar verschijnen vier avonturen in PEP - zonder onderbreking. In 1973 volgt een toegift:

  • Mannen op de maan [62-01] > [63-19]
  • De geheimzinnige ster [63-20] > [63-50]
  • Het geheim van de Eenhoorn [63-51] > [64-29]
  • De schat van Scharlaken Rackham [64-30] > [65-08]
  • Het haaienmeer [73-22] > [73-42]

Het oudste verhaal is De geheimzinnige ster uit 1941. Hergé krijgt later over dit verhaal problemen. Het verschijnt in de oorlog in een later verboden krant (Le Soir) en handelt over een groep Europese geleerden die op oneerlijke wijze worden tegengewerkt door een ploeg Amerikanen onder Joodse leiding wat de historie na de oorlog enigzins verdacht maakt.

Het
Het geheim van de Eenhoorn en De schat van Scharlaken Rackham (uit 1942 en 1943) volgen op het vorige verhaal en vormen samen één avontuur. Kuifje wordt van journalist full time speurder en verhuist naar Molensloot. Merkwaardig is dat de tot dusver reislustige Kuifje in het eerste verhaal in België blijft. In het tweede deel wordt een belangrijke bijfiguur geïntroduceerd: Trifonius Zonnebloem (Tournesol) die naast Haddock (die in De krab met de gulden scharen verschijnt) tot de vaste crew gaat behoren. Voor PEP-lezers is de opkomst vreemd, want zij hebben Mannen op de maan gelezen waarin Zonnebloem een hoofdrol speelt.

Het eerst geplaatste avontuur
Mannen op de maan komt uit 1954 en is het 2e deel van Raket naar de maan dat niet in PEP verschijnt. Het verhaal begint daarom ook nogal plompverloren. Raket naar de maan kan bemachtigd worden als welkomsgeschenk bij een PEP-abonnement. Deze twee avonturen zijn misschien wel de beroemdste Kuifje-verhalen, vooral door het realistische SF-karakter: geen maanmannetjes of andere buitenaardse verschijnselen maar goed gedocumenteerde details en decors (getekend door Bob de Moor). Dit dubbel-avontuur is het eerste product van Studios Hergé.

In 1973 verschijnt het op de tekenfilm (uit 1972) gebaseerde
Het haaienmeer. Het is niet van Hergé maar van Studios Hergé met een scenario van Greg en voornamelijk getekend door Bob de Moor.

Kuifje is de meest toonaangevende Europese stripheld. De klare lijn van
Hergé is voor veel tekenaars een inspiratie. Het oog voor detail en de mix van avontuur en humor (vooral Haddock, Jansen en Janssen en Zonnebloem) maken dat Kuifje de tand des tijds moeiteloos doorstaat. Nog steeds worden de avonturen van de 80-jarige prima verkocht. 

Over Kuifje en Hergé is veel geschreven terwijl de strip onderwerp van nauwlettende studie is geweest: correcties en afwijkende versies zijn in kaart gebracht, vervalsingen en parodieën (affiches van Joost Veerkamp, het album Kuifje in Zwitserland) zien het licht.

PEP >> << album

De verhalen in PEP wijken sterk af van de albums. Ze zijn onafhankelijk van elkaar vertaald uit het Frans en opnieuw ingekleurd, soms wordt ook de achtergrond hertekend (zie linksonder op de voorbeelden uit Mannen op de maan). Tussen de tijdschrift-versies en albums zijn sowieso veel verschillen, vaak zijn de albums deels hertekend terwijl er ook plaatjes zijn weggelaten en toegevoegd om precies tot 62 albumplaten te komen. Ze bevat [62-08] een scene waarin Bobbie in de afgeknipte reuzenbaarden van de Jansen en Janssen uit de raket de ruimte in wordt gegooid, Kuifje kan hem nog net redden. Deze hele scene (ruim vier stroken) is in het album gesneuveld. Goede bronnen zijn De Wereld van Hergé van Benoit Peeters en Kuifje - Hergé een dubbelbiografie van Harry Thompson.

Hergé (1907 - 1983) is het pseudoniem van George Remi (omdraaing van zijn initialen RG). Hergé tekent ook Quick en Flupke (vanaf 1930) en Jo, Suus en Jokko (vanaf 1936).


Het 16e Kuifje boek


Kuifje heeft een eigen website met een biografie van Hergé, een overzicht van albums en verwijzingen naar diverse webpagina's. Ook naar de pagina van Dik Winter met Kuifje-verschillen.

<< vorige

1962 index | Home

volgende >>