Erwin | ||||||||
De list >> |
Voor mensen van vlees en bloed is een beroemde vader geen pretje en dat geldt ook voor striphelden. Erwin is namelijk vooral de zoon van Eric de Noorman, de meest bejubelde Nederlandse stripheld. In het ruim 30-jarige bestaan van Stripschrift is er bv. geen nummer waarin geen aandacht aan Eric is geschonken. Hans G. Kresse is daar een heilige en niet geheel ten onrechte. Zijn penseelwerk wijkt af van de gebruikelijke pen-techniek: verschillende lijndiktes en het werken met schaduw zijn kenmerkend. De eerste Eric-verhalen zijn overigens wel met pen getekend.
Op 6 juni 1946 begint Eric de Noorman in de Vlaamse krant Het Laatste Nieuws
en in 1947 verschijnt hij in het Nederlandse tijdschrift Tom Poes (Toonder).
In 1964, na 67 afleveringen, komt een eind aan de serie die overigens niet in de
Vikingtijd begint maar in Atlantis met allelei SF-elementen. Eric is een zwart-wit
krantenstrip met ondertekst (hoewel er bewerkingen met balloons verschijnen).
Deze verhalen verschijnen in 1973 bij Unieboek als De Banneling. Het verschil met de verhalen in PEP is enorm. De grotere zwart-wit platen in het boek komen veel beter tot hun recht dan de kleine kleurenversies in PEP waarop bovendien veel minder details te zien zijn. Ook zijn er voor de boekversies platen ingevoegd, afgevoerd en veranderd. De teksten wijken volledig af. Hieronder de PEP-versie (uit De ontvoering) in kleur en de boekversie (verkleind). De tweede Unieboek-uitgave (ook bijgewerkt) De duivel uit het ven bevat de PEP-verhalen uit de periode [67-11] t/m [67-50]:
In 1969 staat
De vrijbuiter [69-25] - [69-36] in PEP, het verhaal telt
44 platen en komt als album in de serie PEP-stripoteek in 1971 uit (zie rechts).
In 1970-1971 verschijnt De
geweldenaar [70-52] - [71-20]
(ook 44 platen). |
|
||||||
|
Striptekenaar Dick Matema (Macaroni's, Grote Pyr, A. den Dooier, Blook, Argonautjes, Roodhart) schreef over Eric (en Erwin) een boek: Eric de Noorman; mijmeringen bij een oeuvre.
|
|||||||