 |
7 [V]
|
[62-01] > [67-39]
|
De blauwe driehoek >>

Album nr 5 (verhaal niet in PEP) - welkomscadeau voor nieuwe abonnees.
|
Van de piloot
Dan Cooper (Albert
Weinberg) verschijnen in
PEP zeven van de ruim 40 avonturen. Het eerste is De blauwe driehoek
dat in 1954 in Tintin/Kuifje verschijnt; in 1957 komt het als album uit. Het laatste
album Het
oog van de tijger (nr. 41)
dateert van 1992.
Cooper is door de redactie van Kuifje waarschijnlijk opgezet als
tegenhanger van de populaire pilotenstrip Buck Danny (Charlier & Hubinon) in
Robbedoes. De verhalen in PEP zijn:
- De blauwe driehoek [62-01] - [63-11]
- De muur van stilte [63-12] - [63-30]
- Operatie Jupiter [63-47] - [64-05]
- Het waagstuk [64-22] - [64-37]
- Het geheim van
Dan Cooper [65-03] - [65-22]
- Het escadrille
van de jaguars [66-08] -
[66-38]
- De drie kosmonauten [67-09] - [67-39]
De PEP-verhalen zijn uit de eerste
serie Cooper-albums (nrs. 1, 3, 4, 7, 9, 8, 10) die in de periode 1955-1963 uitkomen.
De tussenliggende verhalen worden veelal wel uitgegeven door de Geïllustreerde
Pers. Zo wordt het 6e avontuur Duel
in de lucht aangeprezen,
voor 1,95 is het bij de bezorger te koop. Richting
Mars (verhaal nr. 5) wordt
aan nieuwe abonnees als welkomscadeau gegeven.
De verhalen van Dan Cooper balanceren op de rand van avonturenstrip en SF-verhaal.
Vooral de ruimtevaart spreekt tot de verbeelding in de jaren zestig. Dat blijkt ook
uit de middenplaten en geïllustreerde tekstverhalen over ruimtevaart en aanverwante
zaken in PEP. De SF in Cooper is vaak zeer onwaarschijnlijk: zo wordt de X-100 voortgestuwd
"door een elektronisch brein, dat de kosmische stralen omzet in zwaartekracht...".
Alhoewel... vergeleken met de onzin in het alom bejubelde Blake & Mortimer verhaal De
3 formules van professor Sato
is het kinderspel.
Die nadruk op technologie maakt de verhalen gedateerd. Nieuwe verhalen verschijnen
niet meer en de meeste verhalen zijn niet meer leverbaar. Daarnaast is de kwaliteit
niet altijd van het hoogste niveau - vergelijking met andere "technische"
strips valt in het nadeel van Cooper uit terwijl de avonturen in andere pilotenstrips
als Buck Danny en Mick
Tangy gevarieerder opgebouwd
zijn. Die beide laatste strips hebben daarnaast een flinke dosis humor door figuren
als Sonny en Laverdure, iets dat Cooper moet ontberen. Bij vakpers is Cooper nooit
erg populair geweest. Vooral ten aanzien van de eerste verhalen is dat onterecht,
de montage van beelden is bij Cooper zeer filmisch terwijl vliegtuigen goed getekend
zijn. Dat geldt met name voor het eerste klassieke verhaal De Blauwe Driehoek met 'realistische' SF (verticaal startende
en landende vliegtuigen, het doorbreken van geluidsbarrières) waarin Cooper
overigens een Britse piloot op een Australische basis is. Pas later volgt de transfer
naar Canada. En andere ongerijmheid is dat Coopers vader die in De muur van stilte overlijdt in De drie kosmonauten
plots weer blijkt te leven.
Tussen albums en PEP-versies zijn duidelijke kleur- en tekstverschillen. Van de albums
zijn ook weer verschillende versies. De eerste Geïllustreerde Pers verhalen
zijn anders dan de latere Lombard-versies.
In [71-21] en [71-23] keert Albert Weinberg terug met dubbele pagina's over parachutespringen
en schietstoelen.
|

Voor Dan Cooper, werkte Weinberg (Luik, 1922) onder meer mee aan het Kuifje album Mannen op de maan.
Vanaf 1950 is hij tekenaar bij Tintin/Kuifje waar hij verhalen illustreert en Dan
Cooper publiceert. In PEP verschijnt in 1972 en 1973 ook de autostrip Knut Andersen.
|
|
|